Waterbak werd afgesloten als storm over Gaast gierde |
Een vijftig jaar geleden (1910) gingen nog een man ridlik gau healwei de dyk. En omraak stouwe fansels. De pipe Gaast zegt, te praten. De heer Bijlsma kent het dorp al langer dan vijfenzestig jaar. Hij weet precies hoe alles een vijftig jaar geleden was; hij weet ook hoe het nu is. Veel veranderd? Ja, toch wel. De zee, die altijd een onberekenbare, niet te verwaarlozen macht vormde, werd getemd door de afsluitdijk. O, zeker, het water komt nog wel eens opzetten, maar dreigen doet het niet meer. Gaast dommelde weg achter de hoge dijk, het richtte zich naar het land, het werd boeren. |
|
Een voorbeeld van het verminderen van de invloed van het water is de teruggang van de visserij in het dorp. De heer Bijlsma herinnerde zich best, dat een halve eeuw grote visserij dus. Ook had het dorp wel Zuiderzeevissers. Op het ogenblik zijn er maar twee meer. Een brokje contact met de zee reddingboor. Wat er overbleef? De twee vissers natuurlijk en de steen in het vervallen huisje achterin het dorp, de steen met de stoere harpoeniers en de reusachtige walvis. Verder niets? Ja, er is meer, want Gaast is nog te kort puur kustdorp af om het vroegere karakter volkomen te hebben verloren. Wat het precies is, kan onmogelijk worden beschreven. Misschien zit het in de knusse bebouwing, misschien in enkele typische huisjes, misschien in de bevolking zelf, hoe dan ook: wie Gaast binnenstapt voelt een andere sfeer dan die van het doorsnee plattelandsdorp en het kan bijna niet anders of de zee moet voor die sfeer hebben gezorgd. Het water trok zich terug en meteen kwam het land opzetten. Het zocht meer contact met het dorp. De weg van Makkum langs de zeedijk naar Workum was er al, maar sintelpad. Dat sintelpad hield op een gegeven ogenblik op voor de weilanden. Nu ligt er een doorgaande asfaltweg. De bestrating geleden kwam er een nieuwe brug. |
Het water trok zich terug en meteen kwam het land opzetten. Het zocht meer contact met het dorp. De weg van Makkum langs de zeedijk naar Workum was er al, maar de hield op een gegeven ogenblik op voor de weilanden. Nu ligt er een doorgaande asfaltweg. De bestrating van de brug. Zo trok het land aan het dorp en de greep van het water verslapte. Of de bewoners van Gaast er tevreden mee zijn? Ja en nee. Toen we op straat de voortreffelijkheden van het een moeder met aan beide handen een kind: Ik woe hjir hjoed noch wol wei. Der is ommers nea wat te dwaan! Bijlsma meende; de jongeren wordt het te stil, maar de ouderen vinden het wel goed zo. Hij wees in dit verband op de steeds hoger wordende gemiddelde leeftijd van de bevolking. In het algemeen zou men kunnen zeggen, dat de mensen van Gaast de zuiging van het land best wat steviger willen voelen. Met de wegen gaat het best; er rijdt echter geen enkele bus. De lijn van Bouma werd onrendabel opgedoekt. Het verenigingsleven van Gaast is normaal. Het dorp heeft een muziekvereniging, er zijn jongemannen-, meisjes- en vrouwenverenigingen (twee van elk), enz. Voorheen hoorde de zangvereniging er ook bij, maar zij ging ter ziele. Met het korps gaat het op en neer. Nu eens goed, dan weer minder goed. Eigenlijk is gaast te klein voor een constant goede bezetting. De aanwezigheid van een gereformeerde en een hervormde kerk blijkt de gemeenschapszin niet te schaden. De scheiding komt alleen in het verenigingsleven tot uitdrukking en dat is wel jammer, want Gaast is in de grond van de zaak ook te klein om twee van elk (en beide krachtig) op te kunnen brengen. |
|
|
Verantwoording: |